12 november 2019 - 11:34

Grensoverschrijdend watermanagement

Water houdt zich niet aan grenzen. De Duits-Nederlandse Arbeitsgruppe Hoch Wasser heeft de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar de overeenkomsten en verschillen in de Duitse en de Nederlandse aanpak van overstromingsricio’s in grensoverschrijdende dijkringen langs de Rijn. Dat heeft belangrijke inzichten opgeleverd. Samenwerking blijft noodzakelijk.

Samenwerking
Nederland en Duitsland zijn van elkaar afhankelijk bij de bescherming tegen hoog water. Sinds 1997 werken het Ministerie van Milieu, Landbouw, Natuur en Consumentenbescherming van Nordrhein-Westfalen, de Arbeitskreis für Hochwasserschutz und Gewässer, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de provincie Gelderland en de waterschappen Rijn en IJssel en Rivierenland samen, om kennis te delen, onderzoek te doen en beleid af te stemmen. De VNR is agenda-lid van deze ArbeitsGruppe Hoch Wasser. Regelmatig worden er Hoogwaterconferenties georganiseerd. Dit jaar vlak voor de zomervakantie, om de resultaten van het onderzoek ‘overstromingsrisico grensoverschrijdende dijkringen aan de Niederrhein’ met elkaar te delen. De uitkomsten zijn aanleiding om de samenwerking voort te zetten. Dit is vastgelegd in een overeenkomst tot 2025.

Onderzoek ‘overstromingsrisico grensoverschrijdende dijkringen aan de Niederrhein’
In het onderzoek staan de grensoverschrijdende dijkringen 42 en 48 centraal. Een dijkdoorbraak in het ene land heeft namelijk grote gevolgen voor het andere. De afgelopen jaren hebben in Nederland en Nordrhein-Westfalen ontwikkelingen plaatsgevonden in overstromingsrisicobeheer en is er meer kennis over de invloed van klimaatverandering op de afvoer in het Rijnstroomgebied. Daarom is naar de actuele (2015) en verwachte (2025) overstromingsrisico’s gekeken en een analyse uitgevoerd voor het zichtjaar 2050. Verschillende faalmechanismen zijn meegenomen in de risicoanalyse. Ook is de nieuwe methode van berekening van de nieuwe Nederlandse normen toegepast op de dijkringen.

Tot 2017 gingen Nederland en Duitsland beiden uit van een maatgevende afvoer en bijbehorende waterstandslijn (overschrijdingskans). Ondanks verschillende rekenmethoden waren de dijken in de praktijk even hoog. Sinds 2017 kijkt Nederland naar de overstromingskans per dijktraject en is het mogelijke gevolg van een overstroming van belang (overstromingsrisico). De Nederlandse keringen moeten uiterlijk in 2050 aan deze norm voldoen. In het onderzoek is de Nederlandse methode toegepast op de Duitse delen van de dijkring. Daarmee komen de verschillen in werkwijze in beeld.

Duitsland werkt tot 2025 aan het ‘Fahrplan Deichsanierung Nordrhein-Westfalen’. Na uitvoering is het veiligheidsniveau aan beide kanten van de grens vergelijkbaar, ondanks verschillen in normering en werkwijze van beoordeling en ontwerp. Voor het zichtjaar 2050 blijkt dat, ondanks de voorziene maatregelen in beide landen, het risico van overstroming in het grensgebied toeneemt als gevolg van economische groei en klimaatverandering.

Uit de studie komt een aantal inhoudelijke vragen naar voren:
– Zijn de aannames, grondslagen en berekeningsmethoden voor het faalmechanisme ‘opbarsten en piping’ zonder meer toepasbaar op de Duitse drie-zone-dijk?
– Klopt het aangenomen aantal personen dat uit een gebied kan worden geëvacueerd?
– Wat zijn de gevolgen van toekomstige ontwikkelingen van de Rijnafvoer?
– Wat is de beschikbaarheid van data?
De uitwerking van deze vragen is opgenomen in het werkprogramma bij de vernieuwde samenwerkingsovereenkomst. Het ontwikkelen van een gemeenschappelijk toekomstperspectief voor de grensoverschrijdende hoogwaterbescherming is daar onderdeel van.
Het rapport is hier te lezen.