2 maart 2018 - 09:45

Deltaprogramma

In het Deltaprogramma is opgenomen dat de veiligheidsnormen voor bescherming tegen overstroming aangepast worden. Een voorstel hiervoor ligt bij de Tweede Kamer. In het Deltaprogramma Rivieren, zowel Rijn als Maas, wordt gewerkt aan de uitwerking van de voorgestelde maatregelen, zowel voor de korte als voor de lange termijn. Over de pilot Ruimtelijk Instrumentarium Dijken van het Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden leest u elders in deze nieuwsbrief meer.

Waterwet / nieuwe normen
Sinds 29 maart ligt een voorstel voor de wijziging van de Waterwet bij de Tweede Kamer. Daarin zijn nieuwe waterveiligheidsnormeringen opgenomen. In de huidige situatie zijn er grote verschillen in de bescherming tegen overstromingen in Nederland. Ook verandert het klimaat en is het aantal inwoners en de economische waarde de laatste decennia toegenomen. Bovendien is er meer bekend over de sterkte (en zwakte) van de dijken en wanneer en op welke manier deze kunnen overstromen.

Iedere Nederlander krijgt een ‘basisbeschermingsniveau’; de kans dat iemand overlijdt door een overstroming mag niet groter zijn dan 1:100.000 per jaar. Leidt een overstroming tot een grote maatschappelijke verstoring in een gebied, met bijvoorbeeld veel slachtoffers en grote economische schade, dan wordt het gebied extra beschermd. Deze afspraken zijn uitgewerkt door te kijken naar de risico’s: de kans op overstromen en de gevolgen van de overstroming. Zo heeft ieder dijktraject een eigen normering gekregen. Deze staan beschreven in het voorstel. De prioriteit verschuift van de kust naar het rivierengebied. Daar liggen de grote opgaven voor de toekomst. Vooral het waterschap Rivierenland komt voor een grote uitdaging te staan.

Relatie HWBP
Het Hoogwaterbeschermingsprogramma is onderdeel van het Deltaprogramma. Begin van het jaar vond de consultatie over het HWBP 2017-2022 plaats. Hierin zijn de nieuwe normen verwerkt. Daardoor worden dertien urgente projecten naar voren gehaald. De waterschappen hebben de plannen besproken met onder andere gemeenten en hun opmerkingen mee genomen in de reactie naar het HWBP.

Deltaprogramma Rivieren
Provincies hebben samen met waterschappen en gemeenten in regioprocessen gewerkt aan het opstellen van Voorkeursstrategieen voor de verschillende riviertakken. Deze zijn in 2014 opgeleverd. In het rivierengebied was het uitgangspunt een krachtig samenspel tussen dijkversterking en rivierverruiming. Het Nationaal Waterplan stelt dat de voorkeurstrategieen het strategisch kompas vormen voor de nadere uitwerking. Bij de definitieve keuze tussen dijkversterking en rivierverruiming moeten de doelbijdrage, kosten, meekoppelkansen, overige baten en draagvlak een rol spelen.

In Het DP2016 is aangegeven dat de komende jaren twee parallelle sporen bewandeld worden. Naast een korte termijn spoor (met de start van MIRT-verkenningen naar concrete rivierverruimende maatregelen tot 2030), wordt op grond van de VKS toegewerkt naar een programmatische aanpak voor rivierverruiming in samenhang met dijkversterking, met een fasering tot 2030 en de periode daarna.

In de BO MIRT’s Oost Nederland en Brabant-Limburg van november zijn de volgende afspraken gemaakt:

  1. Provincies, waterschappen, gemeenten en I&M werken samen in het rivierengebied aan concrete en haalbare doelen voor rivierverruiming per riviertak na 2030, in samenhang met de dijkversterkingsopgave;
  2. Rijk en regio treden met elkaar in overleg over de procedure en bekostiging van dijkterugleggingen en retentiemaatregelen in het kader van de verbetering van de systeemwerking van de Maas in de SDM. De SDM en het BPDR hebben een opdracht geformuleerd om hier uitwerking aan te geven. Een deel van de werkzaamheden wordt centraal uitgevoerd, een deel van de werkzaamheden in de riviertakteams. Iedere riviertak stelt een Plan van Aanpak op.

Het doel van de opdracht is om:

    • De VKS Rijn en Maas te actualiseren en verder uit te werken naar haalbare en te verantwoorden maatregelenpakketten voor rivierverruiming in relatie tot dijkversterking;
    • Op basis hiervan een haalbare en gedragen gezamenlijke ambitie van Rijk en regio te formuleren voor rivierverruiming in relatie tot dijkversterking voor de lange termijn in de vorm van een overeengekomen waterstandsdaling;
    • Voorstellen over governance, financiering en bestuurlijke aspecten bij de planning en uitvoering van rivierverruimende maatregelen en voor de interactie tussen dijkversterking en rivierverruiming.

    Dit leidt tot de volgende producten:

    • Uitwerking van een redeneerlijn per riviertak voor rivierverruiming in relatie tot dijkversterking;
    • Maatregelpakket per riviertak
      • 2017-2030 maatregelen (HWBP, KRW, Natura2000, etc)
      • 2030-2050 maatregelen
      • 2050-2100 mogelijke oplossingen;
    • Handelingsperspectief: hoe nu verder met de VKS, wat gaan we concreet doen en wanneer;
    • Regionaal advies over de gewenste uitwerking van het nieuwe beschermingsniveau.

De eerstkomende tijd wordt gewerkt aan het actualiseren van de ruimtelijke opgave en de maatregeltabel en worden de centrale onderzoeken uitgevoerd.
Per riviertak wordt een Plan van Aanpak gemaakt om de gegevens te verzamelen en verder te verwerken.

Deltaprogramma Rijn
In het Bestuursoverleg MIRT-Oost van 5 november jl. is besloten te starten met twee MIRT verkenningen: Rivierklimaatpark IJsselpoort en de hoogwatergeul Varik-Heesselt. Dit zijn de eerste maatregelen uit de Voorkeurstrategie Rivieren Rijn die de verkenningsfase in gaan.

Diverse onderzoeken zijn de afgelopen tijd uitgevoerd en komen tot afronding:
Splitsingspunten: een vijftal combinaties van maatregelen zijn rivierkundig doorgerekend op waterstanden en op effecten op de afvoerverdeling. Het blijkt dat de ruimtelijke ingrepen ver benedenstrooms doorwerken.
Nader onderzoek Merwedes: om te beoordelen of de dijkverlegging Werkendam een noodzakelijke maatregel is. Het blijkt dat drie nevengeulen en het doorstroombaar maken van de Beatrixhaven de in de VKS beoogde waterstandsdaling ruimschoots realiseren. Deze maatregelen hebben minder impact op de omgeving en zijn goedkoper dan de dijkverlegging.
Onderzoek Rijnstrangen: onderzoek naar de gevolgen van de ruimtelijke reservering in het gebied Rijnstrangen voor de ontwikkelingsmogelijkheden. Alle ontwikkelingen, passend binnen het bestemmingsplan van de gemeente, sinds 2005 bleken mogelijk te zijn. Van belang is dat de initiatiefnemer vroegtijdig contact legt met de betreffende overheid.
GRADE (Generator of Rainfall and Discharge Extremes): effect van de door het KNMI opgestelde klimaatscenario’s op de rivierafvoeren zijn met de rekenmethode GRADE doorgerekend. Hieruit blijkt dat de maximale afvoer in 2100 18.000 m3/s bedraagt (er van uitgaande dat Duitsland noodmaatregelen treft om overstroming daar te voorkomen0.
Grensoverschrijdende samenwerking: zie bericht elders deze nieuwsbrief.

Deltaprogramma Maas
Tot 2030 is er geen Rijksfinanciering beschikbaar voor ruimtelijke maatregelen. De Minister heeft wel 100 miljoen euro beschikbaar gesteld voor concrete maatregelen die op de korte termijn uitgevoerd kunnen worden. De Maas kan een ‘regionaal bod’ doen, op basis van het Maasverhaal; hiervoor zijn zeven koploperprojecten in beeld. Dit wordt het regionaal voorstel Maas: een regionaal voorstel voor rivierverruimende maatregelen in de Maas, een wervend, integraal en gezamenlijk gedragen verhaal. In juni wordt door de Stuurgroep Delta Maas de keuze gemaakt welke van de zeven projecten rijp genoeg zijn om in het voorstel mee te nemen. In oktober wordt in het BO MIRT een definitief voorstel gedaan.