
De Taakgroep Maas kwam bijeen in Ravenstein, een sfeervol vestingstadje in de gemeente Oss. De vergaderlocatie bevond zich op de Maasdijk, met uitzicht op de rivier. De onderwerpen Ruimte voor de Rivier 2.0, de herijking van het Deltaprogramma Maas en de rol van binnenhavens in de circulaire economie stonden op de agenda.
Ruimte voor de Rivier 2.0 en het Deltaprogramma Maas
Marieke Hofstra, programmamanager Ruimte voor de Rivier, gaf deze middag een toelichting op de ontwikkelingen binnen Ruimte voor de Rivier 2.0 (RvdR 2.0) en legde deze middag nadruk op de herijking van het Deltaprogramma Maas (DPM).
Bij RvdR 2.0 staan – zoals eerder gedeeld – vijf rivierfuncties centraal: waterafvoer, zoetwaterbeschikbaarheid en drinkwatervoorziening, natuur en ecologische waterkwaliteit, bevaarbaarheid en regionale economische ontwikkeling, en ruimtelijke kwaliteit. Binnen deze functies spelen afvoerverdeling, ruimte en rivierbodemligging een cruciale rol.
Om toekomstige waterveiligheid en ruimtelijke ontwikkeling goed op elkaar af te stemmen, moeten beleidskeuzes over bodemligging en afvoercapaciteit uiterlijk in 2026 gereed zijn. Deze keuzes worden vervolgens meegenomen in de herijking van het Deltaprogramma, waarna de uitgewerkte maatregelen en uitvoeringsstrategie in 2029 moeten volgen.
Binnen RvdR 2.0 wordt gewerkt met werkhypothesen, die de verwachte richtlijnen en voorkeuren voor de toekomstige ontwikkeling van het Maasriviersysteem beschrijven. Een belangrijk uitgangspunt is het behoud van de rivierbodem op het niveau van 2020. Voor de Gemeenschappelijke Maas wordt voorgesteld het rivierbed eenmalig te verhogen om langdurige erosie tegen te gaan. Daarnaast is het verhogen van het waterpeil bij de vernieuwing van de stuwen een maatregel om extreme laagwaterstanden in de zomer te voorkomen. Ruimtelijke ingrepen worden locatiegericht benaderd: op korte termijn kan dijkverhoging een kostenefficiënte oplossing zijn, maar op de lange termijn kan het wenselijker zijn de rivier meer ruimte te geven. Tot slot wordt ingezet op ecologisch herstel, bijvoorbeeld door de hoofdgeul beter te verbinden met de uiterwaarden.
In de komende jaren worden bestuurlijke besluiten voorbereid om te beoordelen of de voorgestelde maatregelen financieel en maatschappelijk haalbaar zijn. Gemeentelijke betrokkenheid is essentieel om regionale belangen te waarborgen.
Binnenhavens en circulaire economie
Frank den Brok, wethouder van de gemeente Oss, nam ons mee in de rol van binnenhavens en de circulaire economie. De haven van Oss, opgericht in 1968, is uitgegroeid tot een moderne trimodale haven: verbonden via water, weg en spoor.
Hoewel binnenhavens een essentiële economische rol spelen, gaan ze gepaard met diverse uitdagingen. Zo brengen het onderhoud van sluizen en baggerwerkzaamheden hoge kosten met zich mee, terwijl extreme waterstanden de bereikbaarheid van de haven bemoeilijken. Daarnaast vestigen zich steeds meer niet-watergebonden bedrijven aan de kades, wat de logistieke functie onder druk zet. Dit maakt duurzaamheid en toekomstbestendige oplossingen cruciale vraagstukken.
Oss heeft gewerkt aan een realistische toekomstvisie voor de haven, waarbij samenwerking met bedrijven en het benutten van circulaire kansen centraal staan. De ruimtevraag van de circulaire economie zal naar verwachting in 2030 oplopen tot 30%. Oss heeft daarom o.a. stappen gezet in de vorm van het Duurzaamheidsplein. Het Duurzaamheidsplein is een combinatie van milieustraat, kringloopwinkel en demontagehal op één terrein. Zo wil de gemeente in 2023 al hun afval kunnen hergebruiken.
Den Brok benadrukte het belang van gezamenlijke inspanningen om binnenhavens te behouden als ankerpunten voor de circulaire economie. Hij riep gemeenten op om samen het manifest ‘Borgen binnenhavens als anker voor circulaire economie‘ uit te dragen en gezamenlijk op te trekken in de verdere ontwikkeling van binnenhavens als duurzame logistieke knooppunten. De komende periode worden vervolgstappen gezet om tot gedragen keuzes te komen.