Afgelopen week kwam de taakgroep Rijn/Waal samen in Bistro Drijfveer in Druten; gastronomie op een oud bunkerschip op de Waal. De onderwerpen herijking van het Deltaprogramma, Ruimte voor de Rivier 2.0 en beheer in de uiterwaarden stonden deze taakgroep centraal. Verder werden ontwikkelingen binnen de riviergemeenten besproken.
Samenwerken aan veilig en verantwoord gebruik van uiterwaarden
De dag begon met een presentatie over het beheer van de uiterwaarden. Monique Naus en Anke Westera, omgevingsmanagers bij Rijkswaterstaat, gaven inzicht in de complexe beheerssituatie van deze waardevolle gebieden. Uiterwaarden zijn veelal openbaar toegankelijk, maar de versnipperde eigendoms- en beheersstructuur maakt het lastig om grip te houden op recreatief gebruik en overlast.
De coronaperiode leidde tot een flinke toename van recreanten in de uiterwaarden, een trend die zich doorzet. Dit brengt ook veel uitdagingen met zich mee, zoals afval, loslopende honden, wildkamperen en illegale feesten. Voorbeelden als afvaldumping in natuurgebieden in Tiel en Zaltbommel maken duidelijk dat handhaving vaak te beperkt mogelijk is voor individuele partijen en samenwerking dus noodzakelijk.
Rijkswaterstaat pleit voor een integrale aanpak, samen met gemeenten, waterschappen en natuurbeheerders. Belangrijk is dat er per gebied maatwerkafspraken worden gemaakt.
De oproep is helder: zoek elkaar actief op, stem af en maak al in de planfase afspraken over beheer en handhaving.
Deltaprogramma Rijn en Ruimte voor de Rivier 2.0
Tom Radstaak (Deltaprogramma Rijn) nam de deelnemers mee in de actuele ontwikkelingen en toekomstige mijlpalen binnen het programma Ruimte voor de Rivier 2.0 (RvdR 2.0). Het programma vult het beleid in op vijf rivierfuncties die te maken hebben met rivierbodemligging en afvoer/ruimte. Er liggen nationale systeemkeuzes die worden aangevuld met regionale ambities en voorkeuren. Het programmateam van RvdR 2.0 gaat met regionale partijen om tafel om deze ambities in kaart te brengen.
In 2026 moeten beslissingen worden genomen over rivierbodemligging/sedimenthuishouding en afvoer- en bergingscapaciteit. Richting 2026-2027 worden richtinggevende uitspraken over de Rijntakken vertaald naar maatregelpakketten met een verder geconcretiseerde voorkeursvolgorde. Er wordt gekeken naar een mogelijke vertaling van bestaande reserveringen naar concrete maatregelen. Voor zowel rivierbodemligging als afvoercapaciteit zijn er vier alternatieven voor onderzoeksrichtingen die onderzocht gaan worden.
Voor rivierbodemligging zijn dit de referentie welke de huidige situatie is, richting 1 kijkt naar suppleren, richting 2 naar een opschaalbaar meergeulensysteem (technisch) en richting 3 naar een meergeulensysteem met maximale synergie van rivierfuncties (natuurlijk). Voor afvoercapaciteit zijn dit de referentie met het oplossen met dijken, richting 1 is buitendijkse rivierverruiming aangevuld met dijken, richting 2 is maximaal buitendijkse aangevuld met binnendijkse rivierverruiming en richting 3 is robuuste rivierverruiming binnendijks.
Op donderdag 3 april 2025 is de officiële aftrap gegeven voor Ruimte voor de Rivier 2.0., dit betekent verder onderzoek en uitwerking van het project, waarbij ook regionale input meegenomen. Er wordt gekeken naar de samenhang met lopende projecten, geïdentificeerd welke hotspots extra aandacht vragen en onderzocht hoe de maatregelen samenhangen met regionale economische en maatschappelijke effecten.
Eind 2025 en begin 2026 gaat het programmateam van RvdR 2.0 in gesprek met regionale overheden om deze inzichten te delen en verder uit te werken. De VNR speelt hierbij een belangrijke rol als vertegenwoordiger van de gemeenten.